Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld en dat de parkeerrem is ingeschakeld.
Zoek de knop "Selecteren/Reset" op het instrumentenpaneel. Het bevindt zich meestal in de buurt van de kilometerteller of snelheidsmeter.
Houd de knop "Select/Reset" een paar seconden ingedrukt totdat het onderhoudslampje begint te knipperen.
Zodra het lampje begint te knipperen, laat u de knop "Select/Reset" los.
Houd de knop "Select/Reset" opnieuw ingedrukt totdat het onderhoudslampje uitgaat.
Het onderhoudslampje is nu gereset en gaat weer branden nadat het opgegeven onderhoudsinterval is bereikt.