- Inspecteer het gasklephuis. Het gasklephuis kan na verloop van tijd vuil of verstopt raken, wat ook kan leiden tot onregelmatig stationair draaien. Reinig het gasklephuis met een gasklephuisreiniger en inspecteer het op schade of slijtage.
- Controleer de brandstofdruk. Een lage brandstofdruk kan ook onregelmatig stationair draaien veroorzaken. Controleer of de brandstofdruk binnen de specificaties ligt.
- Test het ontstekingssysteem. Zwakke of defecte bougies of bobines kunnen ontstekingsfouten veroorzaken, wat ook kan leiden tot onregelmatig stationair draaien. Controleer de onderdelen van het ontstekingssysteem en vervang de defecte onderdelen.
- Scannen naar diagnostische codes. De motorregeleenheid (ECU) heeft mogelijk diagnostische codes opgeslagen die verband houden met het onregelmatige stationair draaien. Sluit een scantool aan op de ECU en haal eventuele opgeslagen codes op.
- Controleer de motortiming. Als de motortiming niet goed is, kan dit onregelmatig stationair draaien veroorzaken. Zorg ervoor dat de distributiemarkeringen goed zijn uitgelijnd.