- Het inspecteren van de lamphouder op schade, corrosie of losse verbinding kan de oorzaak zijn.
- Zorg ervoor dat de lamp goed in de houder zit.
2. Defecte bedrading of aansluitingen:
- Controleer de kabelboom die de lamphouder verbindt met het elektrische systeem van het voertuig op schade, corrosie of losse verbindingen.
3. Beschadigde contacten van de lamphouder:
- De contacten van de lamphouder kunnen beschadigd of gecorrodeerd zijn, waardoor een goed contact met de lamp niet mogelijk is.
4. Defecte lichtschakelaar:
- In sommige gevallen kan een defecte lichtschakelaar een onderbroken werking van de rem- en knipperlichten veroorzaken.
5. Defecte lichaamscontrolemodule (BCM) :
- De BCM is verantwoordelijk voor het aansturen van de verlichting van het voertuig. Een storing in de BCM kan leiden tot onjuiste foutmeldingen.