1. Raadpleeg de gebruikershandleiding: Raadpleeg altijd de gebruikershandleiding van uw Jeep 4x4 voor specifieke aanbevelingen voor het wisselen van banden. Hierin vindt u instructies over het aanbevolen rotatiepatroon voor uw voertuig, dat kan verschillen op basis van factoren zoals het bandentype, de aandrijflijn en de voertuigspecificaties.
2. Begrijp uw bandenrotatiepatroon: Jeep 4x4-voertuigen volgen doorgaans een bandrotatiepatroon van voor naar achter, gekruist. Dit houdt in dat de voorbanden naar achteren worden verplaatst en de achterbanden naar voren, terwijl ook de linker- en rechterbanden worden verwisseld. Dit zorgt voor een gelijkmatige slijtage en verlengt de levensduur van de banden.
3. Het voertuig voorbereiden: Zorg ervoor dat het voertuig op een vlakke ondergrond geparkeerd staat en schakel de parkeerrem in. Maak de wielmoeren van alle banden los door ze net genoeg tegen de klok in te draaien zodat ze loskomen (maar verwijder ze niet helemaal).
4. Begin met één wiel: Begin door het ene uiteinde van het voertuig op te tillen met een krik, met behulp van de meegeleverde krikpunten. Plaats uw handen of lichaam niet onder het voertuig. Plaats een krik stevig onder het frame om het gewicht te ondersteunen.
5. Verwijder de band: Zodra het voertuig is opgetild en ondersteund, verwijdert u de wielmoeren en tilt u de band voorzichtig van de wielbouten. Zorg ervoor dat u de band niet laat vallen.
6. De band draaien: Afhankelijk van het opgegeven patroon verplaatst u de band naar de aangegeven positie. Als het zich bijvoorbeeld linksvoor bevond, moet het mogelijk naar rechtsachter gaan.
7. Installeer de band opnieuw: Plaats de band terug op de wielbouten en plaats de wielmoeren terug. Draai ze met de hand vast in een sterpatroon om een gelijkmatige plaatsing te garanderen.
8. Laat het voertuig zakken: Laat het voertuig langzaam zakken met behulp van de krik totdat de band net de grond raakt. Draai op dit punt de wielmoeren verder vast met een wielmoersleutel, waarbij u afwisselend elke wielmoer afwisselt totdat ze goed vastzitten maar niet te strak zijn aangedraaid.
9. Herhaal het proces: Herhaal stap 4 t/m 8 voor de overige banden, waarbij u het gespecificeerde bandrotatiepatroon volgt. Zorg ervoor dat de wielmoeren voor elke band stevig zijn vastgedraaid.
10. Bevestig het juiste patroon: Controleer nogmaals het rotatiepatroon van de banden om er zeker van te zijn dat alle banden correct zijn gepositioneerd volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
Houd er rekening mee dat sommige Jeep 4x4-voertuigen vanwege hun aandrijflijn specifieke vereisten voor de rotatie van de banden kunnen hebben, zoals voertuigen die zijn uitgerust met een permanente vierwielaandrijving. Bij twijfel kunt u het beste de gebruikershandleiding raadplegen of advies inwinnen bij een gekwalificeerde monteur.