1) Zet het contact van uw voertuig in de stand “Aan”, maar start de motor niet.
2) Houd het gaspedaal ongeveer vijf seconden ingedrukt.
3) Zet het contact uit en wacht tien seconden.
4) Start de motor en controleer of het controlelampje nog steeds brandt. Als dit het geval is, herhaalt u de stappen.
Als het controlelampje na het volgen van deze stappen nog steeds brandt, moet u mogelijk een diagnose van het voertuig laten stellen door een gekwalificeerde technicus om de oorzaak van het probleem te achterhalen.