Zoek de koppelingskabelafsteller. Deze bevindt zich meestal vlakbij de koppelingshendel aan de linkerkant van de motorfiets.
Gebruik een schroevendraaier of ander geschikt gereedschap om de stelschroef te draaien. Als u de schroef tegen de klok in draait, wordt de kabel losser, terwijl als u hem met de klok mee draait, deze strakker wordt.
Stel de kabel af totdat er ongeveer 3 tot 6 millimeter vrije speling is bij de koppelingshendel. Dit betekent dat je de hendel ongeveer zo ver naar binnen moet kunnen trekken voordat hij de koppeling inschakelt.
Controleer de werking van de koppeling door de hendel helemaal in te trekken en los te laten. De koppeling moet soepel in- en uitschakelen, zonder schokken of grijpen.
Voer indien nodig verdere aanpassingen aan de kabel uit totdat u tevreden bent met de werking van de koppeling.