Auto >> Automobiel >  >> Auto reparatie

Waarom fluctueert uw stationair toerental als u remt?

Wanneer u remt, kan het motortoerental om verschillende redenen fluctueren:

Verhoogde belasting van de motor: Bij het remmen ontstaat extra weerstand of belasting van de motor, waardoor deze harder moet werken. Deze grotere belasting vereist dat er meer brandstof en lucht naar de motor wordt gevoerd, wat bij stationair toerental moeilijk lukt. Als gevolg hiervan kan het motortoerental tijdelijk dalen.

Interactie tussen remsysteem en brandstofinjectie: Veel moderne voertuigen maken gebruik van elektronische brandstofinjectiesystemen die het lucht-brandstofmengsel automatisch aanpassen op basis van verschillende sensorinputs. Wanneer u het rempedaal indrukt, communiceert een signaal van de remlichtschakelaar naar de motorregeleenheid (ECU). De ECU interpreteert dit signaal vervolgens als een vraag om te remmen en voert de nodige aanpassingen aan de brandstofinjectie uit. Dit kan leiden tot veranderingen in het stationaire toerental van de motor.

Vacuümlekken of veranderingen in de luchtstroom: Het gebruik van de remmen kan soms het vacuümniveau en de luchtstroom in het inlaatsysteem van de motor beïnvloeden. Als er lekkages zijn in de vacuümslangen of in andere componenten die betrokken zijn bij het luchtbeheer, kunnen deze veranderingen de stationaire stabiliteit beïnvloeden. Wanneer de remmen worden ingedrukt, kunnen de vacuümomstandigheden of het luchtpad tijdelijk worden gewijzigd, wat leidt tot stationaire schommelingen.

Reactie stuurbekrachtigingspomp: Bij voertuigen die zijn uitgerust met een hydraulisch stuurbekrachtigingssysteem kan het gebruik van de remmen de werking van de stuurbekrachtigingspomp beïnvloeden. De pomp haalt normaal gesproken kracht uit de motor en wanneer deze in werking treedt (bijvoorbeeld bij het draaien aan het stuur), kan deze de motor extra belasten. Deze extra belasting kan het stationair toerental kortstondig verstoren.

Elektronisch stabiliteitscontrolesysteem (ESC): Sommige voertuigen maken gebruik van ESC-systemen die helpen bij het handhaven van de stabiliteit door tijdens bepaalde rijsituaties automatisch de rem- en gasinvoer aan te passen. Wanneer ESC wordt geactiveerd (bijvoorbeeld bij wielslip), kan het de motorparameters tijdelijk wijzigen om te helpen de controle terug te krijgen. Deze veranderingen kunnen tijdelijke leegloopfluctuaties veroorzaken.

Het is belangrijk op te merken dat stationaire schommelingen bij het remmen vaak subtiel zijn en niet noodzakelijkerwijs op een probleem duiden. Als de schommelingen echter buitensporig zijn of gepaard gaan met andere symptomen (bijvoorbeeld ruw stationair draaien, afslaan), is het raadzaam om het voertuig te laten inspecteren door een gekwalificeerde monteur om het onderliggende probleem te identificeren en op te lossen.