De stoterstangen van een Oldsmobile Cutlass 3.1L V6-motor uit 1993 bevinden zich in het midden van de cilinderkop, tussen de inlaat- en uitlaatkleppen. Ze worden bediend door de nokkenas, die zich aan de voorkant van het motorblok bevindt.
De duwstangen zijn gemaakt van staal en zijn ongeveer 20 centimeter lang. Ze hebben een kleine cup aan het ene uiteinde die over de bovenkant van de klepsteel past, en een grotere cup aan het andere uiteinde die over de nokkenaslob past.
De stoterstangen worden op hun plaats gehouden door de tuimelaars, die zich bovenaan de cilinderkop bevinden. De tuimelaars worden bediend door de nokkenaslobben en duwen op hun beurt de stoterstangen naar beneden op de klepstelen, waardoor de kleppen worden geopend.
De stoterstangen vormen een belangrijk onderdeel van de kleppenlijn van de motor en moeten goed worden afgesteld om de motor correct te laten werken. Als de stoterstangen te los zitten, gaan de kleppen niet goed open en verliest de motor vermogen. Als de stoterstangen te strak staan, sluiten de kleppen niet goed en raakt de motor oververhit.
De duwstangen moeten ongeveer elke 30.000 km worden afgesteld, of indien nodig. De afstelling kan worden gedaan met een eenvoudig hulpmiddel, een voelermaat genaamd. De voelermaat wordt tussen de duwstang en de tuimelaar gestoken en de opening moet binnen de specificaties van de fabrikant vallen.