2. Controleer het luchtfilter. Een vuil of verstopt luchtfilter kan de luchtstroom naar de motor belemmeren, waardoor het EPC-lampje gaat branden. Controleer het luchtfilter en vervang het indien nodig.
3. Controleer de bougies. Versleten of vervuilde bougies kunnen ervoor zorgen dat het EPC-lampje gaat branden. Controleer de bougies en vervang deze indien nodig.
4. Controleer de bobines. Defecte bobines kunnen ervoor zorgen dat het EPC-lampje gaat branden. Controleer de bobines en vervang deze indien nodig.
5. Controleer het gasklephuis. Een vuil of verstopt gasklephuis kan ervoor zorgen dat het EPC-lampje gaat branden. Maak het gasklephuis schoon en vervang het indien nodig.
6. Controleer de vacuümleidingen. Een lek in de vacuümleidingen kan ervoor zorgen dat het EPC-lampje gaat branden. Controleer de vacuümleidingen op lekkage en vervang deze indien nodig.
7. Scan de auto op codes. Als u de oorzaak van het EPC-lampje niet kunt vinden door de bovenstaande stappen te volgen, kunt u de auto scannen op codes. Dit zal u helpen het specifieke probleem te identificeren dat ervoor zorgt dat het EPC-lampje gaat branden.
Opmerking :Als u zich niet op uw gemak voelt bij het uitvoeren van een van deze controles, kunt u uw auto naar een gekwalificeerde monteur brengen voor diagnose en reparatie.