Als in het gegeven scenario een persoon tegen een auto duwt en deze in beweging komt, wordt er door de persoon gewerkt. De persoon oefent een kracht (duwen) uit op de auto, en als gevolg daarvan beweegt de auto in de richting van de uitgeoefende kracht. Daarom wordt de energie van de persoon naar de auto overgebracht en wordt er gewerkt.
Om de hoeveelheid verricht werk te berekenen, kunnen we de formule gebruiken:
Arbeid =Kracht × Verplaatsing
In dit geval is de kracht de kracht die wordt uitgeoefend door de persoon die de auto duwt, en de verplaatsing is de afstand waarover de auto beweegt in de richting van de uitgeoefende kracht. Door de kracht en de verplaatsing te vermenigvuldigen, kunnen we de hoeveelheid werk bepalen die door de persoon wordt verricht.
Het is belangrijk op te merken dat als de auto niet beweegt, of als deze beweegt in een richting loodrecht op de kracht die door de persoon wordt uitgeoefend, er geen arbeid wordt verricht. Dit komt omdat de kracht geen enkele verplaatsing in de richting van de kracht veroorzaakt.