Wanneer de valetmodus is ingeschakeld, zijn de volgende functies doorgaans beperkt of uitgeschakeld:
1. Motorprestaties:Het motorvermogen van de auto kan beperkt zijn, waardoor de acceleratie en topsnelheid afnemen.
2. Snelheidslimiet:Aan de auto kan een maximale snelheidslimiet worden opgelegd, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de valet een vooraf bepaalde drempel niet overschrijdt.
3. Audiosysteem:Het audiosysteem (radio, cd-speler, enz.) kan worden uitgeschakeld of beperkt tot een bepaald volumeniveau, waardoor de valet geen luide muziek kan afspelen.
4. Ontgrendeling kofferbak:De knop of hendel voor het ontgrendelen van de kofferbak is mogelijk uitgeschakeld, waardoor de toegang tot de kofferbak voor onbevoegden wordt beperkt.
5. Toegang tot het dashboardkastje:Het dashboardkastje kan worden vergrendeld, waardoor de bediende geen toegang heeft tot persoonlijke spullen of gevoelige documenten die daarin zijn opgeslagen.
Door de valet-modus te activeren, kan de autobezitter gecontroleerde toegang tot zijn voertuig bieden en tegelijkertijd ervoor zorgen dat bepaalde functies om veiligheids- en beveiligingsredenen beperkt blijven.