Hier is een vereenvoudigde uitleg van hoe een actuator met vierwielaandrijving werkt:
1. Wanneer de vierwielaandrijvingsschakelaar is ingeschakeld, ontvangt de actuator een elektrisch signaal van de elektronische regeleenheid (ECU) van het voertuig.
2. De actuator gebruikt vervolgens een elektromotor of hydraulisch systeem om een reeks tandwielen in werking te stellen die de voorste en achterste aandrijfassen met elkaar verbinden.
3. Zodra de versnellingen zijn ingeschakeld, wordt het vermogen van de motor overgebracht naar de voorwielen, waardoor tractie wordt geboden aan alle vier de wielen.
4. Wanneer de vierwielaandrijvingsschakelaar wordt uitgeschakeld, schakelt de actuator de versnellingen uit, waardoor de voor- en achteraandrijfassen worden losgekoppeld en het voertuig terugkeert naar de tweewielaandrijving.
Het is belangrijk op te merken dat het specifieke ontwerp en de werking van een vierwielaandrijving kan variëren, afhankelijk van het merk en model van het voertuig. De basisprincipes van de werking blijven echter hetzelfde.
Bovendien bevatten sommige systemen met vierwielaandrijving ook een sperdifferentieel, dat de tractie verder helpt verbeteren door ervoor te zorgen dat alle vier de wielen met dezelfde snelheid draaien. Het sperdifferentieel wordt doorgaans handmatig ingeschakeld via een schakelaar op het dashboard van het voertuig.