- Sleutel is niet geprogrammeerd.
- Losse accukabelaansluiting.
- Defecte contactschakelaar.
- Defecte diefstalpreventiemodule.
- Defecte bedrading.
Mogelijke oplossingen :
1. Herprogrammeer de sleutel. Dit kan gedaan worden door een slotenmaker of een Cadillac-dealer.
2. Zet de aansluitingen van de accukabels vast. Zorg ervoor dat de positieve en negatieve kabels beide stevig op de accupolen zijn aangesloten.
3. Controleer de contactschakelaar. Als de contactschakelaar defect is, kan de auto niet starten. U kunt de contactschakelaar controleren door de sleutel naar de stand "AAN" te draaien en te kijken of de dashboardverlichting gaat branden. Als de dashboardverlichting niet gaat branden, is de contactschakelaar mogelijk defect.
4. Controleer de diefstalpreventiemodule. De diefstalpreventiemodule zorgt ervoor dat de auto niet kan starten als er een poging tot diefstal wordt gedetecteerd. U kunt de diefstalpreventiemodule controleren door te zoeken naar een knipperlicht op het dashboard. Als de diefstalpreventiemodule knippert, is deze mogelijk defect.
5. Controleer de bedrading. Als de bedrading naar het antidiefstalsysteem defect is, kan dit ervoor zorgen dat de auto niet meer start. U kunt de bedrading controleren door te zoeken naar losse, beschadigde of gecorrodeerde draden.
Opmerking: Als u het niet prettig vindt om deze taken zelf uit te voeren, moet u uw auto naar een gekwalificeerde monteur brengen voor diagnose en reparatie.