Waarom gedraagt ​​mijn auto zich alsof hij wil uitschakelen als hij stationair draait?

1. Stationairluchtregelklep (IACV)

Wat het doet: De IACV regelt de hoeveelheid lucht die de gasklep omzeilt wanneer de motor stationair draait. Dit helpt om een ​​consistent stationair toerental te handhaven.

Wat gebeurt er als het mislukt: Als de IACV uitvalt, kan de motor afslaan wanneer deze tot stilstand komt of stationair draait. De motor kan ook pieken of racen als het gaspedaal plotseling wordt losgelaten.

2. Gasklepstandsensor (TPS)

Wat het doet: De TPS vertelt de motorregeleenheid (ECU) de stand van de gasklep. Deze informatie wordt gebruikt om de hoeveelheid brandstof te berekenen die in de motor moet worden geïnjecteerd.

Wat gebeurt er als het mislukt: Als de TPS uitvalt, kan de motor afslaan of slecht lopen als de gasklep stationair of volledig open staat. Ook kan de motor aarzelen bij het accelereren.

3. Zuurstofsensor

Wat het doet: De zuurstofsensor meet de hoeveelheid zuurstof in het uitlaatgas. Deze informatie wordt gebruikt om het lucht/brandstofmengsel aan te passen, zodat de motor optimaal draait.

Wat gebeurt er als het mislukt: Als de zuurstofsensor defect raakt, kan de motor rijk of arm lopen, waardoor deze afslaat of aarzelt bij stationair draaien. De motor kan ook een lager brandstofverbruik hebben.

4. Massaluchtstroomsensor (MAF)

Wat het doet: De MAF-sensor meet de hoeveelheid lucht die in de motor stroomt. Deze informatie wordt gebruikt om de hoeveelheid brandstof te berekenen die in de motor moet worden geïnjecteerd.

Wat gebeurt er als het mislukt: Als de MAF-sensor defect raakt, kan de motor rijk of arm lopen, waardoor deze afslaat of aarzelt bij stationair draaien. De motor kan ook een lager brandstofverbruik hebben.

5. Verstopt brandstoffilter

Wat het doet: Het brandstoffilter verwijdert vuil en gruis uit de brandstof voordat deze de motor bereikt.

Wat gebeurt er als het mislukt: Als het brandstoffilter verstopt raakt, krijgt de motor mogelijk niet genoeg brandstof, waardoor deze afslaat of slecht stationair draait.

6. Vacuümlekken

Wat ze zijn: Vacuümlekken zijn gaten of scheuren in de slangen en leidingen die vacuüm naar de motor transporteren.

Wat er gebeurt als ze zich voordoen: Vacuümlekken kunnen ervoor zorgen dat de motor afslaat of slecht draait bij stationair draaien. De motor kan ook een lager brandstofverbruik hebben.

7. Defecte bougies of draden

Wat ze doen: Bougies creëren de vonk die het lucht/brandstofmengsel in de cilinders doet ontbranden. Bougiekabels voeren de elektrische stroom naar de bougies.

Wat er gebeurt als ze falen: Als de bougies of kabels defect raken, kan de motor afslaan of slecht draaien bij stationair draaien. De motor kan ook een lager brandstofverbruik hebben.

8. Laag koelvloeistofniveau

Wat het doet: Koelvloeistof helpt de motor koel te houden.

Wat er gebeurt als het laag is: Als het koelvloeistofpeil laag is, kan de motor oververhit raken en afslaan.

9. Mechanische problemen met de motor

Wat ze zijn: Mechanische problemen met de motor kunnen bestaan ​​uit versleten zuigerveren, beschadigde kleppen of een slechte nokkenas.

Wat er gebeurt als ze zich voordoen: Mechanische problemen met de motor kunnen ervoor zorgen dat de motor afslaat of slecht draait bij stationair draaien. De motor kan ook een lager brandstofverbruik hebben of ongebruikelijke geluiden maken.

Als uw auto afslaat of slecht draait bij stationair draaien, is het belangrijk om de diagnose en reparatie te laten stellen door een gekwalificeerde monteur. Hoe eerder u het laat repareren, hoe meer schade u kunt voorkomen aan uw auto.