De richtingaanwijzerschakelaar bestaat eigenlijk uit twee afzonderlijke schakelaars, een "inschakel"-schakelaar en een "uitschakel"-schakelaar. Deze schakelaar fungeert tevens als alarmlichtschakelaar van het voertuig. Als de aan-/uitschakelaars defect zijn, kunnen ze de richtingaanwijzers op ongepaste momenten inschakelen en kunnen ze defect raken bij het overschakelen van een bocht naar de alarmlichten.
Oorzaak twee:gecorrodeerde of vuile elektrische connectoren.
Een corrosieproces begint zodra het metaal in contact komt met iets waarmee het zal corroderen, zoals strooizout op veel plaatsen. Gecorrodeerde bedrading en componenten zullen leiden tot een abnormale hoeveelheid weerstand die de elektrische stroom moet overwinnen. Deze abnormale weerstand en onjuiste voeding kunnen storingen in elektrische systemen veroorzaken.
Oorzaak drie:defecte knipperlicht.
Een richtingaanwijzerflitser is een klein kastje dat bepaalt hoe snel uw knipperlichten knipperen. Hij ontvangt een signaal van de richtingaanwijzerschakelaar en stuurt vervolgens een signaal naar de richtingaanwijzers om te knipperen. Als dit onderdeel echter defect is, kan het gebeuren dat het knipperlicht aan één kant snel of helemaal niet knippert.
Samenvattend zijn de belangrijkste oorzaken voor het sporadisch knipperen van een Buick-richtingaanwijzer uit 1994 bij het signaleren een defecte richtingaanwijzerschakelaar, gecorrodeerde of vuile elektrische connectoren, of een defect knipperlicht. Door de specifieke oorzaak te identificeren en aan te pakken, kunt u de goede werking van uw richtingaanwijzers herstellen.