1. Veiligheidsmaatregelen:
- Draag beschermende handschoenen en een veiligheidsbril om letsel door koelmiddel en systeemcomponenten te voorkomen.
2. Controleer het koelmiddelpeil:
- Start het voertuig en zet de airconditioning op de maximale stand.
- Sluit een manometerset aan op de lage- en hogedrukpoorten van het airconditioningsysteem.
- Controleer de koelmiddelniveaus aangegeven op de meters om te bepalen of deze binnen het gespecificeerde bereik liggen (raadpleeg de onderhoudshandleiding van het voertuig voor specifieke waarden).
3. Bestaand koelmiddel terugwinnen:
- Als het systeem te weinig koudemiddel bevat, dient u het resterende koudemiddel op te vangen met behulp van de terugwinningsmachine.
- Deze stap is essentieel voor de milieuveiligheid en om schadelijke verontreinigingen te verwijderen.
4. Het systeem evacueren:
- Sluit de terugwinningsmachine aan op het systeem en laat de vacuümpomp draaien om eventuele resterende lucht en vocht uit de airconditioningcomponenten te verwijderen.
- Dit proces verwijdert verontreinigingen die de prestaties en efficiëntie van het airconditioningsysteem kunnen beïnvloeden.
5. Lektest:
- Terwijl het systeem wordt geëvacueerd, voert u een lektest uit om eventuele lekken in het systeem te identificeren.
- Dit kan worden gedaan met behulp van elektronische lekdetectoren of gespecialiseerde oplossingen die de aanwezigheid van lekkages aangeven bij blootstelling aan koelmiddel.
6. Laad het systeem op:
- Zodra het systeem de lektest heeft doorstaan, sluit u een koelmiddelvulmachine of -cilinder aan op de lagedrukpoort.
- Vul het systeem met de gespecificeerde hoeveelheid en type koelmiddel volgens de onderhoudshandleiding van het voertuig.
7. Monitor de druk:
- Terwijl het systeem wordt bijgevuld, controleert u de drukwaarden op de manometers om er zeker van te zijn dat deze binnen het aanbevolen bereik blijven.
8. Systeemfunctionaliteitscontrole:
- Laat de airconditioner na het opladen draaien om de functionaliteit en koelcapaciteit te controleren.
- Controleer of het systeem goed werkt en koude lucht levert.
9. Geef het systeem een label:
- Zodra het systeem is gevuld en correct functioneert, labelt u de airconditioningcomponenten met de datum van onderhoud en het type en de hoeveelheid gebruikte koelmiddel.
10. Eindinspectie:
- Controleer alle aansluitingen nogmaals en zorg ervoor dat er geen lekkages zijn.
- Inspecteer het systeem visueel op eventuele afwijkingen, zoals losse of beschadigde onderdelen.
Het is van cruciaal belang om de juiste veiligheidsmaatregelen te volgen en de specificaties en aanbevelingen van de fabrikant op te volgen bij het opladen van het airconditioningsysteem. Het wordt sterk aangeraden om de hulp in te roepen van een gekwalificeerde technicus of een autoreparatiewerkplaats die is uitgerust om auto-airconditioningsystemen veilig en efficiënt te behandelen.