- Defecte zuurstofsensoren
- Vacuümlekken
- Defecte brandstofdrukregelaar
- Vuile of verstopte brandstofinjectoren
- Defecte MAP-sensor
- Defecte gasklepstandsensor
- Defecte EGR-klep
- Defecte PCV-klep
- Defecte ontstekingscomponenten (bougies, kabels, verdelerkap en rotor)
- Computerproblemen (PCM of ECM)
Aanbevolen acties:
1. Controleer op eventuele vacuümlekken.
2. Inspecteer en reinig de zuurstofsensoren indien nodig. Vervang de zuurstofsensoren als deze defect zijn.
3. Inspecteer de brandstofdrukregelaar op vacuümlekken of andere problemen. Vervang indien nodig de brandstofdrukregelaar.
4. Reinig of vervang indien nodig de brandstofinjectoren.
5. Controleer of de MAP-sensor goed werkt. Vervang indien nodig de MAP-sensor.
6. Inspecteer de gasklepstandsensor op juiste werking. Vervang indien nodig de gasklepstandsensor.
7. Inspecteer en test de EGR-klep. Reinig de EGR-klep en doorgang of vervang de klep indien nodig.
8. Controleer de PCV-klep. Vervang de klep als deze verstopt is.
9. Controleer de onderdelen van het ontstekingssysteem (bougies, kabels, verdelerkap en rotor) op goede werking en vervang indien nodig defecte onderdelen.
10. Neem contact op met een gekwalificeerde technicus om eventuele computerproblemen te diagnosticeren en te repareren.