2. Nummer de bougiekabels. Gebruik een krijtje of een viltstift om de bougiekabels te nummeren van 1 tot en met 8. Begin met de draad die zich het dichtst bij de voorkant van de motor bevindt en werk met de klok mee.
3. Verwijder de bougiekabels. Trek elke bougiekabel recht omhoog uit de verdelerkap. Zorg ervoor dat u de draden niet beschadigt.
4. Installeer de nieuwe bougiekabels. Duw elke nieuwe bougiekabel in het overeenkomstige gat in de verdelerkap. Zorg ervoor dat de draden stevig vastzitten.
5. Start de motor. Controleer of de motor soepel draait. Als de motor niet goed loopt, controleer dan de bougiekabels om er zeker van te zijn dat ze correct zijn aangesloten.