- Brandstofdruk: Zorg ervoor dat de brandstofdruk binnen de specificaties van de fabrikant ligt. Als de brandstofdruk te laag is, kunnen de injectoren niet genoeg brandstof in de cilinders spuiten.
- Brandstoffilter: Een verstopt brandstoffilter kan de brandstofstroom naar de injectoren beperken. Vervang het brandstoffilter als het vuil is.
- Injectorsolenoïden: De elektromagneten die de injectoren openen en sluiten, kunnen defect raken. Test de elektromagneten met een multimeter om te zien of ze goed werken.
- Injectorbedrading: De bedrading naar de injectoren kan beschadigd raken of losraken. Controleer de bedrading om er zeker van te zijn dat deze goed is aangesloten en in goede staat verkeert.
- ECU: De motorregeleenheid (ECU) is verantwoordelijk voor het aansturen van de injectoren. Een defecte ECU kan ervoor zorgen dat de injectoren niet goed werken. Laat de ECU diagnosticeren als u vermoedt dat deze defect is.
Als u al deze zaken heeft gecontroleerd en de injectoren nog steeds niet werken, moet u ze mogelijk laten vervangen.
