* Transmissievloeistof is laag of vuil. Controleer het niveau en de toestand van de transmissievloeistof. Als het vloeistofpeil laag is, voeg dan het aanbevolen vloeistoftype toe en controleer op lekkages. Als de vloeistof vuil is, moet deze worden vervangen.
* De schakelkoppeling is los of beschadigd. De schakelstang verbindt de versnellingspook met de transmissie. Als deze los of beschadigd is, kan dit ervoor zorgen dat de versnellingen niet goed aangrijpen. Inspecteer de schakelverbinding op schade en pas deze indien nodig aan of repareer deze.
* Koppeling ontkoppelt niet volledig. De koppeling ontkoppelt de motor van de transmissie wanneer u schakelt. Als de koppeling niet volledig ontkoppelt, kan dit ertoe leiden dat de versnellingen niet goed aangrijpen. Controleer het niveau en de toestand van de koppelingsvloeistof. Als het vloeistofpeil laag is, voeg dan het aanbevolen vloeistoftype toe en controleer op lekkages. Als de vloeistof vuil is, moet deze worden vervangen.
* Synchronisaties zijn versleten of beschadigd. De synchronisatoren helpen de versnellingen uit te lijnen, zodat ze soepel kunnen schakelen. Als ze versleten of beschadigd zijn, kunnen ze voorkomen dat de versnellingen goed aangrijpen. Synchronisatoren kunnen worden vervangen, maar het is een grote reparatie.
* Versnellingsvorken zijn verbogen of beschadigd. De schakelvorken zorgen ervoor dat de versnellingen op hun plaats worden gezet wanneer u schakelt. Als ze verbogen of beschadigd zijn, kunnen ze voorkomen dat de versnellingen goed aangrijpen. Schakelvorken kunnen worden vervangen, maar het is een grote reparatie.
* Verzending is beschadigd. Als de transmissie beschadigd is, moet deze worden gerepareerd of vervangen. Dit is een grote reparatie.