1. Bedradingsproblemen: Controleer de bedrading tussen de dynamo en de accu. Zorg ervoor dat alle verbindingen goed vastzitten en vrij zijn van corrosie.
2. Defecte spanningsregelaar: De spanningsregelaar regelt de uitgangsspanning van de dynamo. Een defecte spanningsregelaar kan ervoor zorgen dat het acculampje gaat branden.
3. Ddynamo niet correct geïnstalleerd: Zorg ervoor dat de dynamo tijdens het vervangen correct is geïnstalleerd. Onjuiste installatie kan leiden tot problemen met het opladen en de verlichting van de batterijverlichting.
4. Beschadigde kronkelige riem: De kronkelige riem drijft de dynamo aan. Een beschadigde of losse riem kan ervoor zorgen dat de dynamo niet goed functioneert.
5. Aardverbindingen: Zorg ervoor dat alle aardingspunten tussen de dynamo, de motor en de accu schoon zijn en goed zijn aangesloten.
6. Accuconditie: Controleer de staat van de batterij met een multimeter. Een zwakke of beschadigde batterij kan ervoor zorgen dat het batterijlampje blijft branden.
7. Defecte kabelboom: Inspecteer de bedrading die op de dynamo is aangesloten. Zoek naar tekenen van schade, slijtage of losse verbindingen.
8. Overbelasting van accessoires: Overmatige elektrische belasting van het voertuig, zoals defecte accessoires of kortsluiting, kan de accu leegmaken en ervoor zorgen dat het acculampje blijft branden.
9. Computerproblemen: In zeldzame gevallen kunnen computerproblemen ertoe leiden dat het batterijlampje blijft branden. Diagnostische tests met gespecialiseerde apparatuur kunnen noodzakelijk zijn.