ABS werkt door gebruik te maken van sensoren die de snelheid van elk wiel controleren. Als een sensor detecteert dat een wiel begint te blokkeren, wordt de remdruk naar dat wiel verlaagd. Hierdoor kan het wiel blijven draaien, waardoor de auto grip en controle behoudt.
ABS kan ook worden gebruikt om de effectiviteit van noodremmen te verbeteren. Wanneer u op de rem trapt, kan ABS helpen de remkracht gelijkmatig over de vier wielen te verdelen. Hierdoor kan de auto sneller en veiliger stoppen.
ABS is een waardevol veiligheidskenmerk dat kan helpen het risico op ongevallen te verminderen. Het is nu standaarduitrusting op de meeste nieuwe auto's en vrachtwagens.
Hier is een meer gedetailleerde uitleg van hoe ABS werkt:
1. Wanneer u het rempedaal indrukt, wordt remvloeistof naar de wielcilinders gestuurd. De wielcilinders gebruiken de remvloeistof om de remblokken tegen de remschijven te duwen. Hierdoor ontstaat wrijving, waardoor de wielen langzamer gaan rijden.
2. Als een wiel begint te blokkeren, detecteert een ABS-sensor de plotselinge afname van de wielsnelheid. De ABS-regeleenheid verlaagt vervolgens de remdruk naar dat wiel. Hierdoor kan het wiel blijven draaien, waardoor de auto grip en controle behoudt.
3. De ABS-regeleenheid controleert voortdurend de wielsnelheden en past indien nodig de remdruk aan om te voorkomen dat de wielen blokkeren. Hierdoor kan de auto veilig en snel tot stilstand komen, zelfs op gladde ondergrond.
ABS is een complex systeem, maar essentieel voor de veiligheid. Het kan helpen ongelukken te voorkomen en levens te redden.
