De eerste zuurstofsensor bevindt zich in het uitlaatspruitstuk. Deze sensor is verantwoordelijk voor het detecteren van de hoeveelheid zuurstof in het uitlaatgas voordat het de katalysator binnengaat.
De tweede zuurstofsensor bevindt zich in de uitlaatpijp, na de katalysator. Deze sensor is verantwoordelijk voor het detecteren van de hoeveelheid zuurstof in het uitlaatgas nadat dit door de katalysator is gegaan.
De zuurstofsensoren worden door de motorregelcomputer (ECU) gebruikt om het lucht-brandstofmengsel aan te passen. De ECU gebruikt de input van de zuurstofsensoren om te bepalen hoeveel brandstof er met de lucht moet worden gemengd om de ideale verbrandingsomstandigheden te bereiken.