2. Verwijder de bougiekabels. Om een bougiekabel te verwijderen, trekt u deze eenvoudigweg van de bougie. Zorg ervoor dat u de draad niet beschadigt.
3. Voorzie de bougiekabels van een label. Voordat u alle bougiekabels verwijdert, is het belangrijk om ze te labelen, zodat u weet welke draad naar welke bougie gaat. Dit kun je doen door een stukje tape of een stift te gebruiken.
4. Vervang de bougiekabels. Om een bougiekabel te vervangen, drukt u deze eenvoudigweg op de bougie. Zorg ervoor dat de draad goed vastzit.
5. Herhaal stap 2-4 voor de overige bougiekabels.
6. Controleer of de bougiekabels goed passen. Nadat alle bougiekabels zijn vervangen, controleert u of ze stevig vastzitten. U kunt dit doen door voorzichtig aan elke draad te trekken. Als er een draad loskomt, zit deze niet goed op zijn plaats.
7. Start de motor. Zodra u er zeker van bent dat alle bougiekabels goed op hun plaats zitten, kunt u de motor starten.