* De negatieve pool wordt altijd eerst losgekoppeld, gevolgd door de positieve pool. Gebruik een sleutel van 10 mm om de moeren los te draaien die de aansluitingen op hun plaats houden.
* Zorg ervoor dat u de positieve en negatieve polen niet met elkaar aanraakt, omdat dit een vonk kan veroorzaken.
2. Verwijder de accuklem.
* Gebruik een sleutel van 10 mm om de moer los te draaien die de klem op zijn plaats houdt.
* Verwijder de klem en leg deze opzij.
3. Til de accu uit de auto.
* Zorg ervoor dat u de batterij niet laat vallen, aangezien deze zwaar is.
* Leg de batterij op een veilige plaats opzij.
4. Installeer de nieuwe batterij.
* Plaats de nieuwe accu in de auto en zorg ervoor dat u deze niet laat vallen.
* Sluit eerst de positieve pool aan, gevolgd door de negatieve pool.
* Draai de moeren op de aansluitingen vast totdat ze goed vastzitten.
5. Plaats de accuklem terug.
* Plaats de klem over de accu en zet deze vast met de moer die je eerder hebt verwijderd.
* Draai de moer vast totdat deze goed vastzit.
6. Test de batterij.
* Zet het contact aan en controleer de accumeter. De meter moet tussen 12 en 14 volt aangeven.
* Als de meter niet tussen de 12 en 14 volt aangeeft, is de batterij mogelijk niet goed aangesloten of is deze defect.