Wanneer u een batterij op een circuit aansluit, stromen de elektronen van de negatieve pool naar de positieve pool. Deze elektronenstroom creëert de elektrische stroom die het apparaat van stroom voorziet. Hoe meer elektronen er stromen, hoe sterker de stroom.
De spanning van een batterij wordt gemeten in volt. Volt is een maatstaf voor het verschil in elektrisch potentiaal tussen twee punten. Hoe hoger de spanning, hoe groter het verschil in elektrische potentiaal en hoe meer elektronen er zullen stromen.
Batterijen zijn er in verschillende soorten en maten, maar ze werken allemaal volgens hetzelfde basisprincipe. Ze slaan chemische energie op en zetten deze om in elektrische energie door een negatieve en positieve pool te gebruiken.