1. Verbranding:Wanneer u de contactsleutel omdraait, stroomt er elektrische stroom naar de bougies. De bougies genereren een elektrische vonk die een mengsel van lucht en benzine (de brandstof) in de cilinders van de motor ontsteekt. Bij deze verbrandingsreactie komt een aanzienlijke hoeveelheid warmte en gasvormige producten vrij.
2. Omzetting van warmte in mechanische energie:De intense hitte die door de verbranding wordt gegenereerd, zorgt ervoor dat de gassen in de cilinders snel uitzetten. Dit uitzettende gas oefent druk uit op de cilinderwanden en de zuigers, waardoor de zuigers naar beneden worden gedrukt. De heen en weer gaande beweging van de zuigers wordt door de krukas, die met de wielen is verbonden, omgezet in een roterende beweging.
3. Conversie van elektrische energie naar mechanische energie:Het starten van de motor is ook afhankelijk van het elektrische systeem. De startmotor, aangedreven door de accu van de auto, verbruikt elektrische energie en gebruikt deze om het vliegwiel dat op de krukas is aangesloten, te laten draaien. Deze initiële rotatie helpt de traagheid van de motoronderdelen te overwinnen en zorgt ervoor dat ze in beweging komen.
4. Brandstofinjectie en luchttoevoer:Het brandstofinjectiesysteem en het luchtinlaatsysteem werken samen om het noodzakelijke brandstof- en luchtmengsel voor verbranding te leveren. Brandstofinjectoren spuiten nauwkeurig de benodigde hoeveelheid benzine in de cilinders, terwijl het luchtinlaatsysteem lucht van buiten de auto aanzuigt.
5. Uitlaatsysteem:Als bijproduct van de verbranding worden uitlaatgassen gegenereerd. Het uitlaatsysteem verzamelt deze gassen en leidt ze weg van de motor en uit het voertuig.
Over het geheel genomen omvat het starten van een auto de transformatie van chemische energie (benzine) in warmte-energie (verbranding) en vervolgens in mechanische energie (zuigerbeweging en krukasrotatie). Het elektrische systeem speelt een cruciale rol bij het initiëren van deze processen en het leveren van de benodigde stroom.