- Defecte richtingaanwijzerschakelaar :De richtingaanwijzerschakelaar is verantwoordelijk voor het activeren van de richtingaanwijzers. Als deze defect is, werken de richtingaanwijzers niet.
- Doorgebrande zekering :Een doorgebrande zekering kan er ook voor zorgen dat de richtingaanwijzers niet meer werken. Controleer de zekeringenkast en vervang eventuele doorgebrande zekeringen.
- Losse of gecorrodeerde bedrading :Losse of gecorrodeerde bedrading kan het elektrische circuit verstoren en de werking van de richtingaanwijzers belemmeren. Inspecteer de kabelboom en zorg ervoor dat alle verbindingen veilig en vrij van corrosie zijn.
- Defect knipperlichtrelais :Het knipperrelais is verantwoordelijk voor het regelen van het knipperen van de richtingaanwijzers. Als deze defect is, knipperen de richtingaanwijzers niet.
- Defecte lampen :Als de lampen van de richtingaanwijzers zijn doorgebrand, werken de signalen niet. Controleer de lampen en vervang eventuele doorgebrande lampen.