Auto >> Automobiel >  >> Motor

Hoe verander je een koppelingshoofdcilinder op een Toyota Corolla uit 1994?

Hier zijn de stappen:

1. Verzamel de benodigde gereedschappen en onderdelen. Je hebt nodig:

- Nieuwe koppelingshoofdcilinder

- Remvloeistof

- Moersleutel

- Stekkerset

- Schroevendraaier

- Tangen

- Vodden

2. Bereid het voertuig voor.

- Parkeer het voertuig op een vlakke ondergrond.

- Schakel de motor uit en laat deze afkoelen.

- Schakel de parkeerrem in.

- Blokkeer de wielen.

3. Zoek de koppelingshoofdcilinder.

- De koppelingshoofdcilinder bevindt zich in de motorruimte, meestal op het brandschot vlakbij de hoofdremcilinder.

4. Verwijder de oude koppelingshoofdcilinder.

- Koppel de hydraulische leiding los van de koppelingshoofdcilinder.

- Verwijder de moeren waarmee de koppelingshoofdcilinder aan de firewall is bevestigd.

- Verwijder de koppelingshoofdcilinder voorzichtig uit het voertuig.

5. Inspecteer de oude koppelingshoofdcilinder.

- Controleer de hoofdcilinder op lekkage, scheuren of beschadigingen.

- Als de hoofdcilinder beschadigd is, moet deze worden vervangen.

6. Installeer de nieuwe koppelingshoofdcilinder.

- Plaats de nieuwe koppelingshoofdcilinder voorzichtig in het voertuig.

- Installeer de moeren waarmee de koppelingshoofdcilinder aan de firewall is bevestigd.

- Draai de moeren vast totdat ze goed vastzitten.

- Sluit de hydraulische leiding aan op de koppelingshoofdcilinder.

7. Vul de koppelingshoofdcilinder met remvloeistof.

- Gebruik een trechter om remvloeistof aan de hoofdcilinder toe te voegen.

- Vul de hoofdcilinder tot het vloeistofpeil tussen de markeringen "min" en "max" staat.

8. Ontlucht het koppelingssysteem.

- Door het koppelingssysteem te ontluchten worden eventuele luchtbellen uit het systeem verwijderd.

- Volg deze stappen om het koppelingssysteem te ontluchten:

- Open de ontluchtingsschroef op de hulpcilinder.

- Laat een helper het koppelingspedaal langzaam intrappen terwijl u de ontluchtingsschroef opent.

- Sluit de ontluchtingsschroef zodra alle luchtbellen zijn verwijderd.

- Herhaal stappen 8-10 totdat er geen luchtbellen meer aanwezig zijn.

9. Test de koppeling.

- Start het voertuig en schakel de koppeling in.

- De koppeling moet stevig aanvoelen en mag niet slippen.

10. Controleer op lekkages.

- Inspecteer de hoofdkoppelingscilinder, hydraulische leidingen en hulpcilinder op lekkage.

- Als u lekkages constateert, draai dan de fittingen vast of vervang de beschadigde onderdelen.