1. Koppel de motor los van de stroombron. Dit is van cruciaal belang om ongelukken of elektrische schokken te voorkomen.
2. Maak uw multimeter gereed. Stel uw multimeter in op de instelling "ohm" of "weerstand". Het kan nodig zijn om een geschikt weerstandsbereik te selecteren op basis van de verwachte weerstandswaarde van de motor. Zorg ervoor dat de meetsnoeren goed zijn aangesloten op de overeenkomstige klemmen.
3. Identificeer de motorklemmen. In de meeste gevallen hebben motoren drie aansluitingen:twee kabels aangesloten op de statorwikkeling en één aansluiting voor aarding.
- Voor een eenfasige motor zijn er twee motorkabels.
- Voor een driefasige motor zijn er drie motorkabels.
4. Test op continuïteit. Begin met het testen van de continuïteit tussen elke motorterminal en de aardingsterminal. De continuïteitstest geeft aan of er een elektrische verbinding of een open circuit is.
- Als de multimeter een meetwaarde dicht bij nul weergeeft (wat duidt op continuïteit), is het circuit tussen de klemmen voltooid.
- Als de multimeter een hoge weerstandswaarde of "OL" weergeeft (wat duidt op een open circuit), is er mogelijk een breuk in het circuit of een fout in de motorwikkeling.
5. Controleer op weerstand tussen de motoraansluitingen. Meet de weerstand tussen elk paar motorklemmen. De weerstandswaarden variëren afhankelijk van het type en de grootte van de motor.
- Meet bij een eenfasige motor met twee klemmen de weerstand tussen de twee motordraden.
- Meet bij een driefasige motor met drie klemmen de weerstand tussen elk paar motorkabels (L1-L2, L2-L3 en L3-L1).
- Zorg ervoor dat de weerstandsmetingen binnen het aanvaardbare bereik liggen dat voor de motor is gespecificeerd.
- Aanzienlijke afwijkingen van de verwachte waarden kunnen duiden op interne schade of problemen in de motorwikkelingen.
Aanvullende overwegingen:
- Denk aan het typeplaatje van de motor. Het typeplaatje van de motor geeft doorgaans ter referentie informatie over de nominale weerstand of het weerstandsbereik.
- Voer tests uit op een koude motor. Weerstandswaarden kunnen veranderen wanneer de motor warm of heet is, dus u kunt de test het beste uitvoeren wanneer de motor op kamertemperatuur is.
- Raadpleeg een deskundige. Als u niet zeker bent van de te verwachten weerstandswaarden of moeilijkheden ondervindt tijdens het testen, is het raadzaam om hulp te zoeken bij een elektricien of motorspecialist.