1. Vuile condensorbatterijen
De condensorbatterijen bevinden zich aan de achterkant of onderkant van uw koelkast of vriezer. Ze helpen de warmte van het koelmiddel af te voeren. Als de condensorbatterijen vuil zijn, kunnen ze de luchtstroom belemmeren en ervoor zorgen dat de compressor oververhit raakt. Gebruik voor het reinigen van de condensorspiralen een stofzuiger met borstelopzetstuk.
2. Laag koelmiddelniveau
Als uw koelkast of vriezer weinig koelmiddel bevat, kan deze niet goed koelen. Een koelmiddellek kan door een aantal dingen worden veroorzaakt, waaronder een beschadigde verdamperspiraal of een defecte compressor. Om het koelmiddelpeil te controleren, moet u een gekwalificeerde technicus bellen.
3. Defecte compressor
Als de compressor niet goed werkt, kan hij het koelmiddel niet laten circuleren en de koelkast of vriezer niet koelen. Een defecte compressor kan verschillende oorzaken hebben, waaronder een stroomstoot of een mechanisch defect. Om vast te stellen of de compressor defect is, moet u een gekwalificeerde technicus bellen.
4. Defecte thermostaat
Als de thermostaat niet goed werkt, kan deze de temperatuur in de koelkast of vriezer niet regelen. Een defecte thermostaat kan verschillende oorzaken hebben, waaronder een stroomstoot of een mechanisch defect. Om te bepalen of de thermostaat defect is, moet u een gekwalificeerde technicus bellen.