Benzinemotoren zijn ontworpen om op benzine te draaien, die een lager kookpunt en een hoger octaangetal heeft dan diesel. Dieselbrandstof heeft een hoger kookpunt en een lager octaangetal dan benzine, waardoor deze niet zo snel verdampt en de motor kan laten kloppen of voorontsteking kan veroorzaken. Bovendien heeft dieselbrandstof een hoger smeervermogen dan benzine, waardoor het de brandstofinjectiepomp en andere motoronderdelen die voor smering afhankelijk zijn van benzine kan beschadigen.
Als u per ongeluk dieselbrandstof in een benzinemotor doet, is het van cruciaal belang dat u de motor niet start en dat u de brandstoftank en brandstofleidingen zo snel mogelijk leegmaakt. U moet ook het brandstofsysteem laten doorspoelen en grondig reinigen door een gekwalificeerde monteur voordat u de motor opnieuw probeert te starten.
Het gebruik van dieselbrandstof in een benzinemotor kan leiden tot kostbare schade aan uw motor en kan deze zelfs onbruikbaar maken. Daarom is het essentieel om onmiddellijk actie te ondernemen als u zich realiseert dat u dieselbrandstof in een benzinemotor heeft gedaan om ernstige gevolgen te voorkomen.
