2. Kijk naar de buitenunit. Een warmtepomp heeft twee spoelen, terwijl een stripunit er maar één heeft.
3. Voel de lucht uit het apparaat komen. Een warmtepomp produceert warme lucht wanneer deze in de verwarmingsmodus staat en koele lucht wanneer deze in de koelmodus staat. Een stripunit produceert alleen warme lucht.
4. Zet de thermostaat uit. Blijft het toestel draaien, dan is er sprake van een warmtepomp. Als de unit uitschakelt, is er sprake van een stripunit.