Een turbocompressor gebruikt de uitlaatgassen van de motor om een turbine aan te drijven, die op zijn beurt een compressor aandrijft. De compressor comprimeert vervolgens de lucht die in de motor wordt gevoerd, waardoor een grotere hoeveelheid lucht en brandstof wordt verbrand en er dus meer vermogen wordt geproduceerd.
Een supercharger wordt mechanisch aangedreven door de motor, meestal via een riem of ketting. De supercharger comprimeert de lucht die in de motor wordt gevoerd, waardoor opnieuw een grotere hoeveelheid lucht en brandstof wordt verbrand en dus meer vermogen wordt geproduceerd.
Over het algemeen kan een turbocompressor meer vermogen produceren dan een supercharger, maar hij is ook complexer en duurder om te installeren. Een supercharger is eenvoudiger en goedkoper te installeren, maar is minder efficiënt dan een turbocompressor.
Uiteindelijk hangt de beste keuze voor een bepaalde motor af van de specifieke eisen en het budget.