1. Bereik bij lage snelheid:Tijdens het opstijgen, klimmen en naderen werken turbofanmotoren doorgaans op lagere snelheden. Dit bereik kan variëren van ongeveer 500 tot 1.000 toeren per minuut (RPM).
2. Kruissnelheidsbereik:Op kruishoogte en tijdens lange vluchten werken turbofanmotoren op hogere snelheden om een efficiënt brandstofverbruik te behouden. Dit bereik ligt doorgaans tussen 2.000 en 3.000 tpm.
3. Hoge snelheidsbereik:In bepaalde situaties, zoals tijdens snel accelereren of noodmanoeuvres, kunnen turbofanmotoren op nog hogere snelheden werken. Dit bereik kan groter zijn dan 3.000 tpm.
Het is belangrijk op te merken dat deze snelheden bij benadering zijn en aanzienlijk kunnen variëren, afhankelijk van het motorontwerp, het vliegtuigtype en de specifieke bedrijfsomstandigheden. Turbofanmotoren zijn uitgerust met geavanceerde regelsystemen die automatisch hun snelheid en andere parameters aanpassen om de prestaties, efficiëntie en veiligheid te optimaliseren.