- Een kruiskopschroevendraaier
- Een platte schroevendraaier
- Een inbussleutel van 4 mm
- Een carburateur-synchronisator
- Een toerenteller
- Een brandstoftank met verse benzine
1. Parkeer de fiets op een vlakke ondergrond en zet de motor af.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel en het luchtfilter.
3. Maak de klemmen op de inlaathoezen los en verwijder de hoezen van de carburateurs.
4. Verwijder de vier kruiskopschroeven waarmee de carburateurs op hun plaats worden gehouden.
5. Til de carburateurs voorzichtig van de motor.
6. Inspecteer de carburateurs op eventuele schade. Als er schade wordt geconstateerd, moeten de carburateurs worden gerepareerd of vervangen.
7. Maak de carburateurs schoon met een carburateurreiniger en een zachte doek.
8. Installeer de carburateurs opnieuw op de motor. Draai de vier kruiskopschroeven vast totdat ze goed vastzitten.
9. Plaats de inlaatlaarzen terug en draai de klemmen vast.
10. Plaats het luchtfilter en het luchtfilterdeksel terug.
11. Sluit de carburateursynchronisatie aan op de carburateurs.
12. Start de motor en laat deze op bedrijfstemperatuur komen.
13. Stel de stationairmengselschroeven af totdat de motor soepel stationair draait.
14. Stel de gasklepstopschroeven af totdat de motor stationair draait op het gewenste toerental.
15. Controleer de synchronisatie van de carburateur en stel deze indien nodig af.
16. Maak een proefrit met de fiets om er zeker van te zijn dat de carburateurs goed zijn afgesteld.