Wanneer een distributieriem breekt terwijl de motor draait of tijdens het ontsteken, kunnen de zuigers blijven bewegen terwijl de kleppen nog open zijn, waardoor de kleppen in contact komen met de zuigers. Dit contact kan de kleppen verbuigen, waardoor ze niet meer goed kunnen afdichten en compressieverlies in de betreffende cilinder(s) kan ontstaan.
De kans op verbogen kleppen hangt af van verschillende factoren, waaronder het motorontwerp en de bedrijfsomstandigheden op het moment dat de riem defect raakt. Sommige motoren zijn gevoeliger voor klepschade als gevolg van een defecte distributieriem dan andere, en hogere motortoerentallen vergroten het risico dat de kleppen in contact komen met de zuigers.
Als de distributieriem breekt bij een laag motortoerental of tijdens het starten, is de kans kleiner dat de kleppen verbuigen. Als de motor echter op hogere toerentallen of onder belasting draaide, is de kans op verbogen kleppen groter.
Om te bepalen of de kleppen verbogen zijn, kan een compressietest op de motor worden uitgevoerd. Als de compressie in één of meerdere cilinders laag is, kan dit een indicatie zijn van verbogen kleppen. Bovendien kan een visuele inspectie van de kleppentrein nodig zijn om de staat van de kleppen te bevestigen.