1. Controleer het motoroliepeil. Als het oliepeil laag is, kan het motorsymboollampje gaan branden. Controleer het oliepeil terwijl de motor uit staat en op een vlakke ondergrond staat. Het oliepeil moet tussen de merktekens "MIN" en "MAX" op de peilstok staan.
2. Controleer het motorkoelvloeistofpeil. Als het koelvloeistofpeil laag is, kan dit er ook voor zorgen dat het motorsymboollampje gaat branden. Controleer het koelvloeistofpeil terwijl de motor uitstaat en op een vlakke ondergrond staat. Het koelvloeistofpeil moet tussen de markeringen "MIN" en "MAX" op het koelvloeistofreservoir staan.
3. Controleer de bougies. Als de bougies versleten of beschadigd zijn, kan het motorsymboollampje gaan branden. Controleer de bougies door ze te verwijderen en te inspecteren op slijtage of schade.
4. Controleer de zuurstofsensor. Als de zuurstofsensor defect is, kan dit ervoor zorgen dat het motorsymboollampje gaat branden. Controleer de zuurstofsensor door deze los te koppelen en de weerstand tussen de aansluitingen te meten. De weerstand moet tussen de 10 en 20 ohm liggen.
5. Controleer de katalysator. Als de katalysator defect is, kan het motorsymboollampje gaan branden. Controleer de katalysator door te zoeken naar tekenen van schade, zoals scheuren of lekkages.
Als u de oorzaak van het motorsymboollampje niet kunt achterhalen, kunt u uw Mini Cooper het beste voor verdere diagnose naar een gekwalificeerde monteur brengen.
