* Defecte zuurstofsensor :De zuurstofsensor meet de hoeveelheid zuurstof in de uitlaat en helpt de motorregeleenheid (ECM) het lucht-brandstofmengsel aan te passen. Een defecte zuurstofsensor kan ervoor zorgen dat de ECM onjuiste aanpassingen maakt, wat leidt tot een verlicht controlelampje.
* Vacuümlek :Een vacuümlek kan een arm lucht-brandstofmengsel veroorzaken, wat kan leiden tot een brandend controlelampje.
* Defecte bougies :Versleten of beschadigde bougies kunnen ontstekingsfouten veroorzaken, waardoor het controlelampje gaat branden.
* Defecte bobine :Een defecte bobine kan ervoor zorgen dat de bougies niet goed ontsteken, waardoor ontstekingsfouten en een brandend controlelampje ontstaan.
* Problemen met de katalysator :Een defecte katalysator kan ervoor zorgen dat de motor rijk loopt, wat kan leiden tot een brandend controlelampje.