1. Motor op BDP (bovenste dode punt) bij compressieslag:
- Het merkteken op de nokkenaspoelie moet in één lijn liggen met het merkteken op de cilinderkop.
- Het merkteken op de injectiepomppoelie moet uitgelijnd zijn met het merkteken op het pomphuis.
2. Nokkenaspoelie naar cilinderkop:
- De nokkenaspoelie moet met de klok mee worden gedraaid totdat het distributiemerkteken op één lijn ligt met het merkteken op de cilinderkop.
- De poelie moet vervolgens worden vastgedraaid met het voorgeschreven koppel van 25 Nm (18 ft-lb).
3. Poelie van injectiepomp naar pomplichaam:
- De injectiepomppoelie moet tegen de klok in worden gedraaid totdat het distributiemerkteken op één lijn staat met het merkteken op het pomphuis.
- De poelie moet vervolgens worden vastgedraaid met het voorgeschreven koppel van 25 Nm (18 ft-lb).
4. Distributieriemspanning:
- De distributieriem moet worden gespannen tot de gespecificeerde spanning van 60-75 Nm (44-55 ft-lb).
- De spanning kan worden gecontroleerd met behulp van een distributieriemspanningsmeter of door de doorbuiging van de riem tussen twee punten te meten.
Het is belangrijk om de aanbevolen distributierieminstellingen te volgen om een goede werking van de motor te garanderen en schade aan de motor te voorkomen. Als u niet zeker weet hoe u de distributieriem moet afstellen, is het raadzaam een gekwalificeerde monteur te raadplegen.
