Industriële revolutie: De voortgang van de industriële revolutie aan het einde van de 18e en 19e eeuw vormde de technologische basis voor de ontwikkeling van tractoren. Innovaties op het gebied van stoommachines, verbrandingsmotoren en technisch ontwerp maakten de creatie van krachtige en betrouwbare tractoren mogelijk.
Door stoom aangedreven tractoren: Vroege tractoren werden aangedreven door stoommachines. In 1859 werd de eerste door stoom aangedreven tractor gedemonstreerd in Iowa, VS, door John Fowler. Stoomtractoren waren echter omslachtig, vereisten grote hoeveelheden brandstof en water, en werden niet algemeen toegepast.
Verbrandingsmotoren: De ontwikkeling van de verbrandingsmotor aan het einde van de 19e eeuw betekende een belangrijk keerpunt in de tractortechnologie. In 1892 vond John Froelich uit Iowa een tractor op benzine uit, en in 1901 introduceerde International Harvester de eerste succesvolle tractor op benzine, de 'Mogul'. Deze benzinetractoren boden meer kracht en efficiëntie in vergelijking met door stoom aangedreven modellen.
Massaproductie: In het begin van de 20e eeuw kwamen massaproductietechnieken in de auto-industrie op, die werden toegepast op de productie van tractoren. Bedrijven als Ford Motor Company en International Harvester begonnen tractoren in massa te produceren, waardoor ze betaalbaarder en toegankelijker werden voor boeren.
Verbeteringen en verbeteringen: In de loop der jaren ondergingen tractoren talloze verbeteringen en verbeteringen, waaronder de introductie van dieselmotoren, hydraulische systemen, aftakasmogelijkheden (PTO) en verschillende hulpstukken waarmee tractoren een breed scala aan landbouw- en bouwtaken konden uitvoeren.
Tegenwoordig zijn tractoren essentiële en veelzijdige machines in de moderne landbouw, die bijdragen aan een hogere productiviteit, efficiëntie en algemene landbouwontwikkeling.