2. Interkoeler: De intercooler koelt de gecomprimeerde lucht uit de turbocompressor af voordat deze de motor binnengaat. Dit is belangrijk omdat koelere lucht een grotere dichtheid heeft en daardoor meer zuurstof bevat, wat de motorprestaties kan helpen verbeteren.
3. Inlaatspruitstuk: Het inlaatspruitstuk is verbonden met de turbocompressor en is verantwoordelijk voor het verdelen van de gecomprimeerde lucht van de turbocompressor naar de cilinders van de motor.
4. Downpipe: De downpipe verbindt de turbocompressor met het uitlaatsysteem.
5. Wastegate: De wastegate helpt bij het regelen van de hoeveelheid turbodruk die de turbocompressor produceert.
6. Afblaasventiel (BOV): De BOV geeft overtollige turbodruk af wanneer de gasklep gesloten is.
7. Boostmeter: Een boostmeter kan helpen de prestaties van de turbocompressor te controleren.
8. Brandstofinjectoren: Als u de hoeveelheid lucht naar de motor verhoogt zonder meer brandstof toe te voegen, zal uw motor arm lopen en mogelijk de motor beschadigen. Er kan dus een extra set brandstofinjectoren nodig zijn.
9. Motormanagementsysteem (EMS): Een EMS wordt gebruikt om de brandstofinjectie, het ontstekingstijdstip en andere parameters van de motor aan te passen om ervoor te zorgen dat de motor goed draait als de turbocompressor is geïnstalleerd.
10. Extra koelsysteem: Een turbocompressor kan veel warmte genereren, dus een verbeterd koelsysteem kan nodig zijn.
Houd er rekening mee dat dit een basislijst is en dat er mogelijk aanvullende onderdelen nodig zijn, afhankelijk van het specifieke voertuig en het turbocompressorsysteem dat wordt geïnstalleerd. U moet een professional raadplegen om nauwkeurige informatie voor uw specifieke voertuig te verkrijgen.