Motorsteunen inspecteren: De motorsteunen zijn verantwoordelijk voor het absorberen van trillingen van de motor en voorkomen dat deze worden overgedragen op de rest van het voertuig. Als de motorsteunen versleten of beschadigd zijn, kunnen ze ertoe leiden dat de motor bij stationair toerental overmatig gaat trillen.
Aandrijfas controleren: Een versleten of beschadigde aandrijfas kan ervoor zorgen dat het voertuig bij stationair toerental overmatig trilt. Inspecteer de aandrijfas op tekenen van schade, zoals deuken, bochten of scheuren.
Controleer de transmissiesteunen Zorg ervoor dat de transmissiesteunen goed vastzitten en niet beschadigd zijn. Losse of beschadigde transmissiesteunen kunnen bij stationair toerental tot overmatige trillingen leiden.
Controleer de bougiekabels: Defecte bougiekabels kunnen ervoor zorgen dat de motor onregelmatig loopt en overmatig trilt bij stationair draaien. Controleer de bougiekabels op tekenen van schade, zoals scheuren of breuken.
Controleer de zuurstofsensor: Een defecte zuurstofsensor kan ervoor zorgen dat de motor rijk of arm loopt, wat kan leiden tot overmatige trillingen bij stationair draaien. Controleer de zuurstofsensor op tekenen van schade, zoals corrosie of scheuren.
Distributieriem controleren: Als uw auto een distributieriem heeft, controleer dan of deze goed gespannen is. Een losse of versleten distributieriem kan ertoe leiden dat de motor bij stationair toerental overmatig gaat trillen.
Controleer de verdelerkap en rotor (indien van toepassing):Als uw voertuig een verdeler heeft, inspecteer dan de verdelerkap en rotor op tekenen van slijtage of schade. Versleten of beschadigde verdelerkap en rotor kunnen ertoe leiden dat de motor bij stationair toerental overmatig gaat trillen.
Gasklephuis reinigen koolstofophoping in het gasklephuis kan de luchtstroom verstoren, waardoor een ruw stationair toerental ontstaat. Reinig het gasklephuis om een soepele luchtstroom te garanderen.