Er zijn gewoonlijk vier kleppen per cilinder, twee inlaatkleppen en twee uitlaatkleppen. De inlaatkleppen gaan open om het lucht-brandstofmengsel in de cilinder te laten, terwijl de uitlaatkleppen opengaan om de uitlaatgassen te laten ontsnappen. De kleppen worden geopend en gesloten door de nokkenas, die wordt aangedreven door de krukas.
De nokkenas heeft een reeks lobben, of verhoogde delen, die op de klepstelen drukken om de kleppen te openen. De vorm van de lobben bepaalt hoe lang de kleppen open staan, en wanneer ze openen en sluiten.
Kleppen zijn gemaakt van verschillende materialen, waaronder staal, titanium en aluminium. Ze zijn meestal bedekt met een materiaal zoals chroom of nikkel om slijtage te voorkomen.
Kleppen zijn een belangrijk onderdeel van een motor en moeten goed worden onderhouden om de motor efficiënt te laten werken. Als de kleppen niet goed zitten of beschadigd zijn, kan de motor vermogen verliezen of zelfs onregelmatig gaan lopen.