1. Controleer de snelheidsmeterkabel. De snelheidsmeterkabel is verantwoordelijk voor het overbrengen van de rotatie van de wielen naar de snelheidsmeterkop. Als de kabel beschadigd of losgekoppeld is, werkt de snelheidsmeter niet. Inspecteer de kabel op tekenen van schade, zoals knikken of breuken. Als de kabel beschadigd is, moet deze worden vervangen.
2. Controleer de kop van de snelheidsmeter. De snelheidsmeterkop is verantwoordelijk voor het omzetten van de rotatie van de snelheidsmeterkabel in een snelheidsmeting. Als de snelheidsmeterkop beschadigd is, werkt de snelheidsmeter niet. Inspecteer de snelheidsmeterkop op tekenen van schade, zoals scheuren of kapotte versnellingen. Als de snelheidsmeterkop beschadigd is, moet deze worden vervangen.
3. Controleer de voertuigsnelheidssensor. De voertuigsnelheidssensor is verantwoordelijk voor het verzenden van een signaal naar de snelheidsmeterkop. Als de voertuigsnelheidssensor beschadigd is, werkt de snelheidsmeter niet. Inspecteer de voertuigsnelheidssensor op tekenen van schade, zoals corrosie of gebroken draden. Als de voertuigsnelheidssensor beschadigd is, moet deze worden vervangen.
4. Test de snelheidsmeter. Nadat u de snelheidsmeterkabel, de snelheidsmeterkop of de voertuigsnelheidssensor hebt vervangen, test u de snelheidsmeter om er zeker van te zijn dat deze goed werkt. Rijd met het voertuig met verschillende snelheden en zorg ervoor dat de snelheidsmeter de snelheid nauwkeurig weergeeft.
Als u deze reparaties niet zelf wilt uitvoeren, kunt u uw voertuig naar een gekwalificeerde monteur brengen om deze te laten repareren.