1. Controleer uw brandstofdruk. De brandstofdruk moet liggen tussen:50-60 psi bij stationair draaien, 55-65 psi bij 2500 tpm. Uw brandstofdruk kunt u meten met een brandstofdrukmeter. Als de brandstofdruk te laag is, kan dit een teken zijn van een defecte brandstofpomp.
2. Inspecteer de binnenkant van de brandstoftank Dit kunt u doen door de brandstofpomp uit de tank te verwijderen. Dit omvat het controleren op vuil en puin, die de brandstofleiding kunnen verstoppen en ervoor kunnen zorgen dat de brandstofpomp defect raakt.
3. Luister of er ongewone geluiden uit de brandstoftank komen. Als u een jankend, knarsend of zoemend geluid uit de brandstofpomp hoort terwijl het voertuig rijdt, kan dit een teken zijn van een defecte brandstofpomp.
4. Controleer op eventuele lekkages rond de brandstofpomp of in de brandstofleidingen. Als u lekkages opmerkt, kan dit een teken zijn van een defecte brandstofpomp of brandstofleiding.
5. Kijk naar de brandstofpomp. Controleer het algehele uiterlijk van de brandstofpomp. Als u schade of corrosie constateert, kan dit erop duiden dat de brandstofpomp vervangen moet worden.
6. Controleer de elektrische connector. Zorg ervoor dat de elektrische connector goed is aangesloten en dat er geen beschadigde draden zijn.
7. Controleer de filterkous die zich in de brandstofpomp bevindt, op eventuele scheuren of verstoppingen.
Als u al het bovenstaande heeft gecontroleerd en nog steeds problemen ondervindt met uw Explorer, moet u mogelijk de brandstofpomp laten vervangen. Het wordt aanbevolen dat u uw voertuig naar een gekwalificeerde monteur brengt voor verdere diagnose.
