1. Verzamel het benodigde gereedschap en materiaal, waaronder nieuwe radiateurslangen, een trechter, een kruiskopschroevendraaier, een platte schroevendraaier, een tang en koelvloeistof.
2. Laat de motor volledig afkoelen.
3. Open de motorkap van het voertuig en zoek de radiateurslangen. Er zijn twee slangen aangesloten op de radiateur, een bovenste slang en een onderste slang.
4. Gebruik de kruiskopschroevendraaier om de slangklemmen los te maken waarmee de radiateurslangen aan de radiateurnippels zijn bevestigd.
5. Gebruik de platte schroevendraaier om de slangklemmen los te wrikken en volledig te verwijderen.
6. Draai en trek voorzichtig aan de radiateurslangen om ze van de radiateurnippels te verwijderen.
7. Als er resten koelvloeistof in de slangen zitten, laat dit dan in een geschikte opvangbak lopen.
8. Maak de radiateurnippels schoon met een vochtige doek om eventueel vuil te verwijderen.
9. Monteer de nieuwe radiateurslangen door deze op de radiateurnippels te schuiven. Zorg ervoor dat de slangen goed op hun plaats zitten en uitgelijnd zijn.
10. Zet de radiateurslangen vast met de nieuwe slangklemmen. Gebruik de tang om de slangklemmen stevig vast te draaien.
11. Nadat de radiateurslangen zijn vervangen, voegt u nieuwe koelvloeistof toe aan de radiateur met behulp van een trechter.
12. Controleer op lekkages door de motor een paar minuten te laten draaien en de radiateurslangen te observeren. Zorg ervoor dat er geen lekkage is bij de slangaansluitingen.
13. Sluit de motorkap van het voertuig.
