1. Bereid uw materialen voor: U heeft een nieuw oliefilter nodig (raadpleeg uw gebruikershandleiding voor de juiste maat), een nieuwe pakking van de olieaftapplug (raadpleeg ook de handleiding), een moersleutel en een oliefiltersleutel.
2. Parkeer uw auto op een vlakke ondergrond en zet de motor af. Schakel de parkeerrem in en zorg ervoor dat het voertuig in de parkeerstand (voor automatische transmissies) of in een versnelling (voor handgeschakelde transmissies) staat.
3. Zoek het oliefilter. Het bevindt zich meestal bovenaan de motor, aan de bestuurderszijde. Het is een cilindervormig voorwerp met het woord "olie" erop gedrukt.
4. Plaats een olieopvangbak onder het oliefilter. Hierdoor wordt de olie opgevangen die gemorst wordt wanneer u het filter verwijdert.
5. Gebruik de sleutel om het oliefilter los te maken. Draai hem tegen de klok in totdat hij los zit.
6. Verwijder het oliefilter voorzichtig met de hand. Zorg ervoor dat u geen olie morst.
7. Inspecteer het oude oliefilter op tekenen van schade of slijtage. Als u schade constateert, is het belangrijk om het oliefilter onmiddellijk te vervangen.
8. Breng een dunne laag nieuwe olie aan op de pakking van het nieuwe oliefilter. Dit zal helpen om een afdichting te creëren en lekken te voorkomen.
9. Schroef het nieuwe oliefilter met de hand op de motor. Draai hem vast totdat hij goed aansluit, maar draai hem niet te vast.
10. Laat het voertuig zakken en gooi het oude oliefilter en de oliecarter op de juiste manier weg.
10. Start de motor en laat deze een paar minuten draaien. Controleer op eventuele lekkages rond het oliefilter. Als u lekkages opmerkt, draait u het oliefilter vast totdat de lekkages stoppen.
*Let op:Als u deze taak niet zelf wilt uitvoeren, kunt u uw auto altijd naar een professionele monteur brengen om het oliefilter te laten vervangen.*