Als algemene richtlijn creëert een standaard 302 Ford-motor doorgaans tussen de 15 en 20 inch vacuüm bij stationair draaien en ongeveer 10 tot 15 inch vacuüm bij hogere motortoerentallen.
Aanpassingen aan de motor, zoals het installeren van een prestatienokkenas of het porten van de koppen, kunnen de hoeveelheid vacuüm die ontstaat bij stationair draaien vergroten, terwijl de hoeveelheid vacuüm die ontstaat bij hogere motortoerentallen afneemt.