Koppel de elektrische connector los. Druk het vergrendelingslipje naar beneden en trek de connector recht van de sensor.
Schroef de snelheidssensor los. Gebruik een dopsleutel van 10 mm om de bout los te draaien die de snelheidssensor op zijn plaats houdt. Zodra de bout los zit, kunt u de sensor met de hand tegen de klok in draaien om deze te verwijderen.
Inspecteer de snelheidssensor. Zoek naar eventuele schade aan de sensor of de O-ring. Als de O-ring beschadigd is, moet deze worden vervangen.
Installeer de nieuwe snelheidssensor. Breng een kleine hoeveelheid vet aan op de O-ring van de nieuwe snelheidssensor. Schroef vervolgens de sensor in de transmissie totdat deze goed aansluit. Draai de bout vast waarmee de sensor op zijn plaats wordt gehouden.
Sluit de elektrische connector opnieuw aan. Duw de connector op de sensor totdat deze op zijn plaats klikt.
Test de snelheidssensor. Start de motor en rijd met een snelheid van 40 km/u of meer. De snelheidsmeter moet nauwkeurig aflezen.